HISTORIE

De historische waarde van de oude Gasfabriek willen we behouden en doorgeven aan de stad. Samen laten we het erfgoed weer stomen. Zodat er vanuit deze plek -net als vroeger- weer energie door de stad stroomt! Proef hier de sfeer van vroeger, nu en de toekomst.

Vanaf 1883 produceerde Alkmaar namelijk zelfstandig gas voor de stad. Na de ontdekking van aardgas waren de fabrieken overbodig. Maar de historie van Gas in Alkmaar hield hier niet op, want ook in de Bergermeer werd er aardgas gevonden. Toen dit aardgasveld leeg raakte, stopte het nog steeds niet want, in 1997 werd het gebruikt als natuurlijk ondergrondse gasopslag. En in 2014 is de eerste commerciële opslag van aardgas in het Bergermeerveld van TAQA Energy van start gegaan. Gas zal dus nog vele jaren een grote rol blijven spelen in Alkmaar. En als het aan ons ligt het oude gaswinningterrein ook! Lees onder aan de pagina meer over vroeger en het ontstaan van de GAS!Fabriek in Alkmaar. De plek waar vroeger gas was

Nu herinnerd alleen het gebouw uit 1915 nog aan de tijd dat de gemeente Alkmaar bijna een eeuw lang gas produceerde. Helaas kwam het erfgoed leeg te staan en dreigde te worden gesloopt ook het gesaneerde terrein heeft jaren lang braak gelegen. Dit erfgoed, de verhalen, het stalen spant en de bakstenen hebben we weer tot leven laten komen, zodat jong en oud het verhaal van de GAS!Fabriek kan blijven ervaren.

Alkmaasche Pijpgaz Compagnie

In 1852 besloot het gemeentebestuur van Alkmaar om de stadsverlichting in het vervolg te laten plaatsvinden door gaslantaarns. Eeuwenlang had men olie en kaarsen gebruikt voor het verlichten van de straten en toen was er in ene het gaslicht met haar vele voordelen, met name wat betreft lichtkwaliteit en bedieningsgemak. Midden 19de eeuw waren de meeste gemeenten nog niet bereid om zelf een gasfabriek te exploiteren. Men koos liever voor uitbesteden. Zo ook in Alkmaar. Het Alkmaarse gas werd geleverd door een groep Amsterdamse zakenlieden, de heren Ferrari, Zimmer en Holtz. In 1852 begon de door hen opgerichte ‘Alkmaarsche Pijpgaz Compagnie’ met het aanleggen van een leidingen net in de stad. In 1853 werd vervolgens aan de Paardenmarkt een gasfabriek gebouwd. Aan het einde van dat jaar brandde het grootste deel van de 227 openbare lantaarns die Alkmaar toen telde, op gaslicht.

Al spoedig vond het gas ook zijn weg naar particuliere gebruikers. De rijkere Alkmaarders hadden er wel wat voor over om te kunnen beschikken over deze moderne lichtbron. In 1870 verbruikten particulieren al meer dan twee keer zoveel gas als de gemeente. Toch bleef de meerderheid van de Alkmaarders gebruik maken van traditionele lichtbronnen, met name de olielamp.

In handen van de gemeente

Een flinke prijsdaling was nodig om het gas binnen het bereik van de gewone man te brengen. Technologische ontwikkelingen lieten ook een daling van de prijs toe, maar de particuliere fabrieken staken de winst liever in eigen zak. Om de prijs omlaag te krijgen gingen veel gemeenten aan het eind van de 19de eeuw over tot het stichten van een eigen gasfabriek of het overnemen van een bestaande particuliere fabriek. Hoewel er al sinds 1870 gesproken werd over overname, duurde het nog tot 1883 voordat de Alkmaarse fabriek een gemeentelijke instelling werd.

De overname van de fabriek bleek een schot in de roos. De prijzen konden omlaag en het aantal afnemers groeide voortdurend. Al spoedig was het terrein aan de Paardenmarkt te klein. In 1917 werd een nieuwe fabriek gebouwd aan de Helderseweg, ten westen van de spoorlijn, naast het gemeentelijk slachthuis. Aan de stadszijde van de spoorlijn verrees een groot administratiegebouw.

De gebouwen aan de Paardenmarkt werden in 1919 gesloopt. Door de opkomst van de electriciteit, werd het gas in deze periode steeds minder gebruikt voor verlichting. Daarentegen kookte men wel steeds meer op gasfornuizen. De armere Alkmaarders betaalden het gas vooraf met zogenaamde gasmunten. Pas na inworp van een munt, werd het gas geleverd. Op die manier bleven de mogelijke verliezen voor de gemeente beperkt. De Alkmaarse gasfabriek begon al spoedig haar vleugels uit te slaan buiten het gebied van de gemeente. In 1938 werd het gasbedrijf van de gemeenten Winkel en Nieuwe Niedorp overgenomen, en in 1939 dat van Warmenhuizen.

Tijdens de tweede wereldoorlog was er een schuilkelder in de gasfabriek aan de Helderseweg. Na de Tweede Wereldoorlog werd de overname politiek voortgezet. In 1951 werd de gasproductie ondergebracht in een N.V. onder de naam ‘Gasvoorziening Kop Noord-Holland’. Een groot deel van het geleverde gas kwam inmiddels van de Hoogovens in IJmuiden.

Aardgasbel in de Bergermeer

De vondst van de grote gasbel bij Slochteren in 1959 bracht een enorme omwenteling teweeg. Om de afzet te vergroten, werd besloten tot een grootschalig offensief om de Nederlandse huishoudens over te laten schakelen op gas, niet alleen voor het koken, maar ook voor de verwarming van het huis. In 1968 stapte onze regio over van stadsgas op aardgas.

De bestaande kooktoestellen werden gratis omgebouwd. Het goedkope gas betekende de nekslag voor de kolenkachel. Het publiek schakelde massaal over op gashaarden, en later op centrale verwarming. Campagnes van de kolenindustrie, die wezen op gezelligheid van de kolenkachel, en twijfels probeerden te zaaien over de blijvende aard van de lage aardgasprijzen, mochten niet baten. De kolenkachels belandden op de schroothoop en het beroep van kolenboer stierf uit. Omdat het gas nu uit Groningen kwam, konden de oude gasfabrieken afgebroken worden. Aan de Helderseweg bleven alleen kantoorgebouwen over en de voormalige werkplaats. In 1969 fuseerden de gasbedrijven in de West-Friesland en de Kop van Noord-Holland tot één bedrijf. Ook in Alkmaar werd er geboord en jawel, in de Bergermeer werd er aardgas gevonden. Toen dit veld leeg raakte werd ze in 1997 gebruikt als natuurlijk ondergrondse gasopslag.

Bergermeer als opslag

Om er in 2020 even zeker van te zijn als nu dat we op elk gewenst moment over voldoende gas kunnen beschikken, is meer gasopslag nodig. Het Bergermeerveld blijkt bij uitstek geschikt
. Bij gasopslag wordt een leeg gasveld opnieuw gebruikt om gas in op te slaan. Hoe mooi is dit? TNO heeft het Bergermeer-gasveld vergeleken met andere velden in Nederland. Uit dat onderzoek is gebleken dat Bergermeer voor dit doel het beste veld is. Het heeft het de juiste omvang (niet te groot, niet te klein) en het veld heeft precies de goede samenstelling van poreuze zandsteen. Bovendien ligt het dicht bij de Randstad en het hoofdleidingennet. De eerste commerciële opslag van aardgas in het Bergermeer-veld van TAQA Energy is gestart in 2014.

TAQA Energy zorgt dus voor de constante aanvoer van aardgas voor het verwarmen van onze huizen. Zo zal gas dus voorlopig een belangrijke rol blijven spelen in de wijk. Dit historische erfgoed willen we behouden voor de toekomst. En het terrein van de voormalige gasfabriek van Alkmaar weer laten stomen.  DOE MEE!

Advertentie